Bètablokkers is de verzamelnaam voor verschillende medicijnen die voorgeschreven worden bij hart- en vaatziekten. Het gebruik van bètablokkers zorgt ervoor dat je bloeddruk daalt, dus ook je hartslag. Welke soorten bètablokkers zijn er en wat zijn de mogelijke bijwerkingen? In dit artikel lees je alles over deze groep medicijnen.
Bètablokkers bij aandoeningen zoals angina pectoris en een onregelmatige hartslag
Artsen schrijven bètablokkers voor bij diverse hart- en vaatziekten. Bij sommige aandoeningen moet je de bètablokkers langdurig of zelfs levenslang gebruiken. Bij andere aandoeningen worden bètablokkers tijdelijk voorgeschreven.
Aandoeningen waarbij je langdurig bètablokkers gebruikt:
- angina pectoris (hartkramp)
- een hoge bloeddruk
- hartritmestoornissen
- hartfalen (decompensatio cordis)
- aangeboren hartaandoeningen
- een onregelmatige hartslag (afhankelijk van de oorzaak)
Aandoeningen waarbij je tijdelijk bètablokkers gebruikt:
- een te snelle schildklierwerking
- een onregelmatige hartslag (afhankelijk van de oorzaak)
- aangeboren hartaandoeningen
- of na een hartinfarct
Hoe herken je hart- en vaatziekten?
Het is soms lastig om hart- en vaatziekten vroegtijdig op te sporen. Angina pectoris (hartkramp) voel je vaak wel, maar een aangeboren hartaandoening een stuk minder. We raden je aan om af en toe eens je bloeddruk te meten. Of let op deze veelvoorkomende klachten:
- Misselijkheid
- Duizeligheid
- Een snelle, te langzame of onregelmatige hartslag
- Kortademigheid
- Vermoeidheid
- Blauwe plekken
Neem contact op met je arts als je merkt dat je last hebt van deze klachten.
Welke bètablokkers zijn er?
Er zijn veel soorten bètablokkers en die kunnen verschillende werkzame stoffen bevatten. De bekendste zijn:
- Metoprolol
- Bisoprolol
- Propanolol
- Sotalol
- Nebivolol
- Atenolol
Deze medicijnen zijn allemaal onder verschillende merknamen verkrijgbaar. Heb jij vaak een merkwisseling? Bij MedApp houden we rekening met jouw merkvoorkeur, omdat we vinden dat jij zo prettig en veilig mogelijk je medicijnen moet kunnen gebruiken. Stap ook over!
Wat doen bètablokkers met je lichaam?
Bètablokkers blokkeren de werking van je stresshormonen en hebben een remmende werking op je centrale zenuwstelsel. Hierdoor verlaagt de bloeddruk, vertraagt de hartslag en vermindert de zuurstofbehoefte van je hart. Het doel van een bètablokker is dat je hart minder hard hoeft te werken.
Bijwerkingen bètablokkers
De bijwerkingen van de verschillende bètablokkers komen voor een groot deel overeen. De belangrijkste zijn:
- Duizeligheid
Tip! Neem je medicijn in voor het slapen gaan. Dan merk je minder van deze bijwerking. - Zweten
- Koude handen en voeten
- Slaperigheid
- Vermoeidheid
- Maag- en darmklachten
- Wazig zien
- Droge ogen bij het dragen van contactlenzen
De meeste bijwerkingen treden op in de eerste weken
Ga je voor de eerste keer bètablokkers gebruiken? Dan is het goed om te weten dat de meeste bijwerkingen na een paar weken verdwijnen. Worden de verschijnselen niet minder of krijg je ernstige klachten als flauwvallen, huiduitslag en verwardheid? Neem dan direct contact op met de apotheek of met je arts.
Welke bètablokker geeft de minste bijwerkingen?
Metoprolol wordt het vaakst voorgeschreven bij hart- en vaatziekten als hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk. Je hebt bij dit medicijn het minst last van vervelende verschijnselen, zoals vermoeidheid en koude handen.
Wisselwerkingen
Bètablokkers zorgen voor wisselwerkingen, ofwel contra-indicaties, met bepaalde medicijnen. Door de bètablokkers ontstaat een lagere bloeddruk. Je mag dan bijvoorbeeld geen medicijnen gebruiken die óók voor een lagere bloeddruk zorgen.
Je apotheker controleert jouw medicijncombinaties en de juiste dosering. Het is ook belangrijk om de medicijnen die je zonder recept gebruikt door te geven aan de apotheek. Met deze medicijnen kunnen namelijk wisselwerkingen met bètablokkers optreden.
Het verschil tussen bètablokkers en ACE-remmers
Zowel ACE-remmers als bètablokkers zorgen ervoor dat de bloeddruk daalt. ACE-remmers werken alleen iets anders in het lichaam. ACE-remmers verwijden de bloedvaten. Bètablokkers vertragen de hartslag.
Plasmiddelen (diuretica) en bètablokkers
Heeft je arts naast een bètablokker ook plasmiddelen (diuretica) voorgeschreven? Dat is vrij normaal. Plasmiddelen zorgen er namelijk voor dat er extra vocht wordt afgevoerd. Zo hoeft je hart minder hard te werken.
Bètablokkers met gereguleerde afgifte
Er bestaan medicijnen met gereguleerde afgifte. De werkzame stoffen komen dan niet in één keer vrij, maar worden langzaam vrijgegeven. Deze werken dus langer. Je kunt deze medicijnen herkennen aan het woord ‘Retard’ achter de medicijnnaam op de verpakking.
Bètablokkers en sporten
Bètablokkers verlagen de bloeddruk. Ongewenste effecten van bètablokkers zijn rechtstreeks verbonden aan het tragere hartritme. Tijdens het sporten merk je bijvoorbeeld dat je prestaties verslechteren.
Zwangerschap en bètablokkers
Als je een bètablokker nodig hebt tijdens de zwangerschap, wordt vaak metoprolol of labetalol voorgeschreven. Er zijn bij deze medicijnen namelijk geen aanwijzingen voor een hoger risico op aangeboren afwijkingen bij je baby. Er is wel een kans dat het medicijn de groei van het ongeboren kind remt. Een verloskundige of arts houdt hier doorgaans zicht op.
