Diuretica zijn plasmiddelen, of specifieker: plaspillen. Ze helpen bij het afvoeren van overtollig vocht in het lichaam. Welke soorten diuretica zijn er, hoe gebruik je ze en wat zijn de mogelijke bijwerkingen? Hier kom je alles te weten over deze groep geneesmiddelen.
Wanneer worden diuretica voorgeschreven?
Als je te veel vocht vasthoudt, komt er een hogere druk op je bloedvaten te staan. Diuretica verbeteren de pompkracht van het hart en zorgen er dus ook voor dat de bloeddruk daalt. Artsen schrijven dan ook meestal een diureticum voor bij:
- hoge bloeddruk
- hartaandoeningen/hartfalen (plasmiddelen soms in combinatie met bètablokkers)
- diabetes type 1 en diabetes type 2
Wat is de werking van diuretica?
Diuretica zijn eigenlijk plaspillen of plastabletten. Ze bevorderen de aanmaak van urine in de nieren. Dit betekent dat, als je de pillen gebruikt, je vaker moet plassen. Zo krijg je dus het overtollige vocht in het lichaam weg en je bloeddruk wordt lager. Ook eventuele kortademigheid verdwijnt.
Het gebruik van diuretica
Neem plaspillen bij voorkeur ’s ochtends in. Houd je aan de dosering die de arts voorschrijft. Lees ook de bijsluiter door voor juist gebruik van het geneesmiddel.
Welke soorten diuretica zijn er?
Artsen kunnen drie verschillende soorten plasmiddelen voorschrijven. Dit zijn:
- Zwakwerkende plasmiddelen (thiazidediuretica)
- Sterkwerkende plasmiddelen (lisdiuretica)
- Kaliumsparende plasmiddelen
Er is nog een vierde groep. Dit zijn osmotische diuretica. Deze plasmiddelen worden vooral gebruikt in ziekenhuizen en dan vooral voor acute klachten (bijvoorbeeld bij een hersenoedeem).
Wat zijn zwakwerkende plasmiddelen?
- Artsen schrijven deze middelen vaak voor aan mensen met een hoge bloeddruk.
- Werkzame stoffen in deze middelen zijn: bendroflumethiazide, chloortalidon, chloorthiazide, clopamide, epitizide, hydrochloorthiazide en indapamide.
Wat zijn sterkwerkende plasmiddelen?
- Als je plotseling veel vocht vasthoudt, dan werken deze middelen direct. Dat komt omdat ze erg sterk zijn.
- Werkzame stoffen in deze middelen zijn bumetanide en furosemide.
Wat zijn kaliumsparende plaspillen?
- Als je veel plast, loop je risico op een (te) laag kaliumgehalte. Kaliumsparende diuretica voorkomen dat je (te veel) kalium verliest. Afhankelijk van werkzame stof in het medicijn wordt de opname van natrium of het hormoon aldosteron geblokkeerd. In beide gevallen leidt dat ertoe dat je lichaam kalium kan vasthouden.
- De werkzame stof in een kaliumsparend diureticum is: amiloride, triamtereen, spironolacton of eplerenon.
Let op! Soms hebben medicijnen dezelfde naam als de werkzame stof, maar soms ook niet. Dit kan voor verwarring zorgen. Zo bestaat voor de werkzame stof furosemide ook een medicijn dat Furosemide heet, maar het is ook onder de merknaam Lasix ® verkrijgbaar.
Bijwerkingen van diuretica
Plasmiddelen kunnen ongewenste effecten met zich meebrengen. De bijwerkingen kunnen per werkzame stof in het geneesmiddel verschillen.
Bijwerkingen zwakwerkende plasmiddelen
In het begin kun je last krijgen van de volgende bijwerkingen:
- verminderde eetlust
- duizeligheid
- maagpijn
- diarree
- verminderde zin in seks
- Meer ernstige bijwerkingen zijn ook mogelijk. Neem in dat geval contact op met je arts.
Bijwerkingen sterkwerkende plasmiddelen
In het begin kun je last krijgen van de volgende bijwerkingen:
- duizeligheid
- hoofdpijn
- buikpijn
- Treden er bijwerkingen op die ernstiger zijn? Neem dan contact op met je arts.
Bijwerkingen kaliumsparende plasmiddelen
In het begin kun je last krijgen van de volgende bijwerkingen:
- misselijkheid
- hoofdpijn
- buikkrampen
- diarree
Sommige kaliumsparende plasmiddelen (bijvoorbeeld spironolacton) zorgen bij vrouwen voor:
- pijnlijke borsten
- stemverlaging
- versnelde haargroei
- zweten
- onregelmatige menstruatie
Bij mannen kunnen (bij gebruik van bijvoorbeeld spironolacton) de volgende bijwerkingen optreden:
- vergrote borsten
- impotentie
Zijn de bijwerkingen (nog) heftiger? Neem dan contact op met je arts.
Om te onthouden!
Alle bovengenoemde bijwerkingen zijn meestal tijdelijk. Ze verdwijnen als je lichaam gewend is geraakt aan het medicijn.
Tekort aan kalium (hypokaliëmie)
Plaspillen kunnen de hoeveelheid kalium in het lichaam verminderen. Dit is misschien wel een van de bekendste bijwerkingen van de eerste twee groepen plasmiddelen. Een tekort aan kalium wordt ook wel hypokaliëmie genoemd. De klachten die je hierdoor ervaart, zijn per graad van ernst anders.
- Is het kaliumtekort mild? Meestal treden weinig klachten op.
- Is het kaliumtekort ernstig? Mogelijk heb je dan last van vermoeidheid, spierzwakte en/of obstipatie (verstopping van de darmen). Veel moeten plassen en een verminderde eetlust komt ook voor.
- Is het kaliumtekort zeer ernstig? Een tekort aan kalium kan acuut leiden tot verlammingsverschijnselen. In het ergste geval kan het tekort leiden tot hartritmestoornissen.
Bij een kaliumtekort raden artsen soms een regelmatige controle aan op het bloed. Dit gebeurt ook vooral als je ook last hebt van braken en/of diarree.
Plasmiddelen en een verminderde nierfunctie
Werken je nieren niet goed? Of dialyseer je? Overleg met je arts en/of apotheker over het gebruik van plasmiddelen. De arts past de dosering van het diureticum aan of hij schrijft een ander medicijn voor.
Bij ernstige nierinsufficiëntie, progressieve nierinsufficiëntie of chronische nierschade worden bepaalde plasmiddelen zelfs helemaal afgeraden (gecontra-indiceerd).
Gebruik van plasmiddelen bij levercirrose
Heb je levercirrose? Een levercirrose beïnvloedt de werking en de bijwerkingen van plasmiddelen. Gebruik daarom alleen plaspillen na overleg met je arts.
Mag je plasmiddelen combineren met andere medicijnen?
Pas op met plasmiddelen als je (al) andere medicijnen gebruikt. Overleg altijd met je arts over de wisselwerking van je geneesmiddelen. Effecten kunnen elkaar namelijk onderdrukken of juist versterken. Pas bijvoorbeeld op met, onder meer, bloeddrukverlagende medicijnen, NSAID-pijnstillers (zoals ibuprofen of diclofenac) en medicijnen voor epilepsie.
Plasmiddelen, zwangerschap en borstvoeding
Gebruik liever geen plasmiddelen als je zwanger wilt worden of als je zwanger bent. De groei van je kind kan erdoor verstoord raken. Overleg daarom eerst met je arts of apotheker. De arts schrijft mogelijk een middel voor dat wel veilig genoeg is.
Geef je borstvoeding? Overleg ook in dit geval eerst met je arts. Plasmiddelen komen namelijk vrijwel altijd in de moedermelk terecht, meestal in kleine hoeveelheden. Er is bovendien nog onvoldoende bekend over de mogelijke bijwerkingen bij kinderen als zij via de moeder plasmiddelen in het lichaam krijgen.
Mag je zomaar met een plasmiddel stoppen?
Stop nooit zomaar met het gebruik van een plasmiddel. In ieder geval niet zonder de goedkeuring van een arts. Klachten die je ervoor had, kunnen namelijk vrij snel terugkeren.
Plasmiddelen en vergoeding door de verzekering
Plasmiddelen worden vergoed door de verzekering. Houd wel rekening met het feit dat verzekeraars vaak een preferentiebeleid hanteren.
Laat je medicijnen leveren door een betrouwbare apotheek!
Als je plasmiddelen gebruikt of gaat gebruiken, dan wil je altijd voldoende voorraad in huis hebben hebben. De medApp apotheek regelt dit voor je. We bezorgen je medicatie kosteloos thuis en met onze app regel je je innames en houd je overzicht op je voorraad. Meld je vandaag aan en we regelen de overstap van je huidige apotheek naar onze apotheek.